Inhoudsopgave

    Gladheidsbestrijding

    Samengevat

    De winter van 2009/2010 was extreem. Er is nog nooit zo veel zout gestrooid. Zoveel, dat het zout op begon te raken. Het zout kwam op rantsoen. Sinds die winter, zijn de zoutvoorraden vergroot. Ook staat vanaf dat moment de gladheidsbestrijding op de kaart.

    Foto: Rijkswaterstaat

    Gladheidsbestrijding is belangrijk voor de veiligheid en voor de economie. Samenwerking tussen de diverse beheerders van de openbare ruimte is cruciaal om het bevroren water de baas te blijven. De wegbeheerder is verantwoordelijk voor de gladheidsbestrijding. Die verantwoordelijk is gebaseerd op de Wegenverkeerswet waarin de zorgplicht is vastgelegd in artikel 2, lid 1. In de Wegenwet is de zorgplicht geregeld in hoofdstuk IV.

    In het Burgerlijk wetboek, boek 6, is in artikel 174 lid 1 opgenomen dat de bezitter van een opstal aansprakelijk is als die opstal gevaar voor personen of zaken oplevert. Aansprakelijkheid bij ongevallen als gevolg van gladheid moet beoordeeld worden op grond van onrechtmatige daad. E.e.a. volgens artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek.

    Dit betekent voor de wegbeheerder dus werk aan de winkel, bij nacht en ontij. 

    http://www.youtube.com/watch?v=o1YBmJVS33E

    In deze uitwerking gaat het over gladheidsbestrijding door winterse omstandigheden. De wegbeheerders zijn op grond van de zorgplicht in de Wegenverkeerswet (artikel 2, lid 1) aansprakelijk voor de veiligheid op de weg. Daar hoort gladheidsbestrijding bij. 

    Winter 1979

    De winter van 1979 was zeer extreem. Delen van Noord-Nederland werden tijdelijk onbereikbaar. Dan helpt de gladheidsbestrijding niet meer. 

    http://www.youtube.com/watch?v=ZLGfZIOE5C0

    Winter 2015/2016

    De winter van 2015/2016 was bijzonder omdat het in januari 2016 in het noorden meerdere dagen glad was door ijzel. Door het KNMI werd code rood afgegeven. Het openbare leven ondervond veel hinder van de gladheid. In de rest van Nederland waren er geen problemen. 

    https://www.youtube.com/watch?v=dU_mDnX5LvQ

    Met of zonder 's'?

    Gladheidsbestrijding wordt hier geschreven met 's'. Dus niet zoals in gladheidbestrijding. Zowel de Van Dale als het Groene Boekje geven hierover geen uitsluitsel. Glad ijs dus. 

    Volgens het Genootschap Onze taal wordt voor gladheidsbedstrijding meestal wel de tussen-s gebruikt. Dat doen we hier dus ook. Maar zonder 's' is niet fout.

    Wetgeving

    Wegenwet en Wegenverkeerswet

    Deze wetten leggen de zorgplicht voor het wegonderhoud bij de wegbeheerder. Dat zijn Rijkswaterstaat (rijkswegen zoals snelwegen), provincie (provinciale wegen), gemeente (gemeentelijke wegen), waterschap (wegen die eigendom zijn van het waterschap) en eventuele andere organisaties. Daarbij horen Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten maar ook bedrijven.

    In de Wegenverkeerswet is de zorgplicht als volgt vastgelegd in artikel 2, lid 1:

    Artikel 2

    1. De krachtens deze wet vastgestelde regels kunnen strekken tot:

    1. het verzekeren van de veiligheid op de weg;
    2. het beschermen van weggebruikers en passagiers;
    3. het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
    4. het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.

    Hierbij is 'a', het verzekeren van de veiligheid op de weg' vanuit gladheidsbestrijding gezien, het belangrijkste.

    In de Wegenwet is de zorgplicht geregeld in hoofdstuk IV. In dat hoofdstuk stelt artikel 15 lid 1:

    Artikel 15

    1. Het Rijk, de provincie, de gemeente en het waterschap is verplicht een weg te onderhouden, wanneer dat openbare lichaam dien tot openbaren weg heeft bestemd.

    Gladheidsbestrijding kan worden beschouwd als onderhoud, zeker in combinatie met de zorgplicht van de Wegenverkeerswet.

    Burgerlijk Wetboek

    In het Burgerlijk wetboek, boek 6, is in artikel 174 lid 1 opgenomen:

    De bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, is, wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt, aansprakelijk, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend.

    In dit artikel is een zogeheten risicoaansprakelijkheid van de wegbeheerder te vinden. De wegbeheerder moet bij de zorg voor voldoende waarborging van de veiligheid van personen en zaken echter in aanmerking nemen, dat niet alle verkeersdeelnemers steeds de nodige voorzichtigheid en oplettendheid zullen betrachten (zoals in de Wegenverkeerswet is bepaald).

    Aansprakelijkheid bij ongevallen als gevolg van gladheid moet beoordeeld worden op grond van onrechtmatige daad. E.e.a. volgens artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 162 stelt:

    1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
    2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
    3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.

    Een praktijkvoorbeeld: In het centrum van Emmen is in januari 2011 een mevrouw uitgegleden over het ijs (op de foto ziet u hoeveel ijs er in emmen lag) dat er al geruime tijd lag in het voetgangersgebied. Door de val is ze overleden. De gemeente Emmen is hiervoor aansprakelijk gesteld. De gemeente heeft de aansprakelijkheid aanvaard.

    Foto: Dagblad van het Noorden

    Code Rood en aansprakelijkheid

    In januari 2016 was het in noord-Nederland een aantal dagen glad door ijzel. Door het KNMI is code rood afgegeven. Het KNMI geeft een code rood wanneer de weersituatie gevaar dreigt op te leveren en kan zorgen voor grote overlast of ontwrichting van de samenleving. Het KNMI hanteert de volgende kleurcodes:

    • Code groen: Geen bijzonderheden. Het verwachte weertype geeft geen aanleiding voor het uitgeven van een waarschuwing
    • Code geel: Wees alert. Deze waarschuwing verschijnt op zijn vroegst 48 uur voordat het weerverschijnsel met een zekerheid van minstens 60 procent kan optreden
    • Code oranje: Wees voorbereid. Deze waarschuwing verschijnt op zijn vroegst 24 uur voordat het weerverschijnsel met een zekerheid van minstens 60 procent kan optreden
    • Code rood (weeralarm): Onderneem actie. Het weeralarm wordt uitgegeven bij een mogelijk grote impact van het weer op de samenleving en verschijnt op zijn vroegst 12 uur voordat het weerfenomeen kan optreden. Code rood kan ook uitgegeven worden als er een kleine kans is op een extreme weersituatie, maar de veiligheidsrisico’s groot zijn.

    Deze codes hebben geen juridische status. Echter, bij schade kan een verzekeraar wel consequenties verbinden aan het gedrag door bijvoorbeeld niet of slechts deels schade uit te keren. 

    Als automobilisten bij gevaarlijk winterweer de weg opgaan, lopen zij het risico dat zij schade niet vergoed krijgen.Bij roekeloos rijgedrag wordt de schade die automobilisten veroorzaken aan anderen, wel vergoed. Maar de verzekeraar heeft dan wel het recht deze schade op de bestuurder te verhalen. Onder roekeloos rijgedrag wordt heel onverantwoord en uitzonderlijk rijgedrag verstaan, waarbij te verwachten valt dat er schade zal ontstaan. Het is nog net niet de opzet van de bestuurder om schade toe te brengen, maar het rijgedrag is gevaarlijk en ver verwijderd van wat de gemiddelde bestuurder zou doen. Bij een allrisk autoverzekering wordt de schade aan de eigen auto na roekeloos rijgedrag niet vergoed. In bepaalde gevallen kan de weg opgaan ondanks ernstige weerswaarschuwingen als roekeloos bestempeld worden. Bron: Raadsheeren

    Een ander voorbeeld: Als een werkgever een werkenemer bij code rood de weg opstuurt, en de werknemer ondervindt schade (bijvoorbeeld een gebroken arm of been door een auto-ongeluk) dan zou de werkgever voor de geleden schade aansprakelijk gesteld kunnen worden. Het was immers niet verstandig om de weg op te gaan. Code rood is daarmee niet juridisch geregeld. De mogelijke consequenties hebben betrekking op aansprakelijkheid. En daar geeft de wet wel handvatten.

    Op de website Meteoalarm zijn alle weerwaarschuwingen in Europa te vinden. 

    Gemeentelijke verordening/APV

    In de model-APV van de VNG staan geen bepalingen over het sneeuw- en ijsvrij houden van de stoepen. De reden is de beperkte handhaafbaarheid. Dus handhaving is lastig. Daarmee ligt de verantwoordelijk bij de bewoners. 

    De gemeente Haarlemmermeer heeft wél een bepaling hiervoor opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening (2014). Artikel 2:22B zegt het volgende:

    Artikel 2:22B Bestrijding van gladheid

    De hoofdgebruikers van binnen de bebouwde kom gelegen gebouwen of terreinen en bij gebreke daarvan de zakelijke gerechtigden daarop, zijn verplicht de voor voetgangers bestemde weggedeelte of de voetpaden die direct langs die gebouwen of terreinen zijn gelegen, zodra dit redelijkerwijs verlangd kan worden, ter breedte van 1,50 meter sneeuwvrij te maken en bij gladheid met een voor bestrijding van gladheid geschikte stof te bestrijden. 

    http://www.youtube.com/watch?v=OPZG0bKd1mQ

    Het is wél mogelijk om in de gemeentelijke verordening op te nemen dat bij vorst de weg of stoep niet glad mag worden gemaakt (bijvoorbeeld door een emmer water leeg te gooien).

    Milieu en duurzaamheid

    De Wet milieubeheer besteedt geen specifieke aandacht aan de invloed van zout op het milieu. Hierdoor is alleen de zorgplicht in artikel 1.1a van de Wet milieubeheer van toepassing. 

    Zie ook het rapport 'Afstromend wegwater' (Rijkswaterstaat, 2012).

    Privaatrecht en de risicoaansprakelijkheid

    In de meeste gevallen is de wegbeheerder eveneens de eigenaar van de betrokken weg. De eigendomsrechten uit het Burgerlijk Wetboek (BW) zijn daar op van toepassing. Dit recht wordt beperkt door onder meer belangen van anderen. In het algemeen geldt dat een bestuursorgaan van het eigendomsrecht geen misbruik maakt en de redelijkheid en billijkheid in acht neemt.

    Binnen bepaalde grenzen is het toegestaan eigendommen te exploiteren.

    Boek 6 van het Burgerlijk wetboek regelt in artikel 174.2 de aansprakelijkheid voor opstallen, waaronder ook wegen behoren als volgt:

    Bij openbare wegen rust zij op het overheidslichaam dat moet zorgen dat de weg in goede staat verkeert.

    Onder openbare weg wordt mede begrepen het weglichaam als mede de weg-uitrusting.

    De Hoge Raad heeft bepaald dat op de wegbeheerder de plicht rust ervoor te zorgen dat de toestand van de weg de veiligheid van personen en zaken niet in gevaar brengt. De mate waarin aan die plicht voldaan moet worden hangt af van de functie van de weg en de verwachting die de weggebruiker heeft op grond van het feitelijke beeld van de weg.

    Kortom, als het net flink heeft gesneeuwd of geijzeld, mag de weggebruiker niet verwachten dat de weg zonder beperkingen gebruikt kan worden. Als het echter een week geleden heeft gesneeuwd, mag daar redelijkerwijs wel van uit worden gegaan.

    Hier heeft de bestuurder ook een eigen verantwoordelijkheid. 

    Arbeidstijdenwet

    Gladheid trekt zich niets aan van de reguliere kantooruren. Juist in de avonduren wordt vaak preventief gestrooid. Bij extreme winters kan dit voor de werknemers betekenen dat ze veel en lang ingezet worden. Dan krijgt men te maken met de Arbeidstijdenwet. Deze wet regelt hoe lang iemand mag werken. 

    De bepalingen van de wet zijn praktisch vertaald in de 'Gids arbeidstijden en gladheidbestrijding' (Evo).

    Beleid

    Beleid maken

    Gladheidsbestrijding is niet moeilijk, goed gladheid bestrijden is echter een vak. CROW heeft in 2008 de publicatie 270 'Gladheid voorspellen, voorkomen, bestrijden' opgesteld. Zaken zoals organisatie, planning voorspellen en strooimateriaal en -materieel komen hier in aan de orde. De ontwikkelingen naar aanleiding van onder andere de strenge winter van 2009/2010 zijn hierin niet meegenomen.

    Deze strenge winter leidde tot zouttekorten. Hierdoor moesten wegbeheerders noodscenario's invoeren. Deze noodscenario's zijn:

    • Bij sneeuw minder zout/m² strooien
    • Deels alleen schuiven niet strooien
    • Op hoofdwegen zout mengen met zand + deels alleen schuiven niet strooien.

    De noodscenario's moeten deel uitmaken van zowel het beleid als de uitvoeringsplannen. Hiermee worden discussies bij (dreigende) zouttekorten uitgesloten.

    Andere lessen uit deze strenge winter zijn:

    • Zeezout met een niet te grove korrel is een alternatief voor strooizout
    • Regionale samenwerking voor beheer en optimale verdeling van zout en zand is noodzakelijk
    • Handmatige gladheidbestrijding kan noodzakelijk zijn.

    Fietsers

    Fietsen is gezond, leuk en duurzaam. In de winter kan fietsen ook gevaarlijk zijn als het glad is. CROW heeft hiervoor in 2013 publicatie 334 uitgebracht: 'Gladheidsbestrijding voor fietsers en voetgangers'. Hierin is beschreven hoe speciaal voor fietsen beleid gemaakt worden en hoe de uitvoering van de gladheidbestrijding gedaan kan worden. 

    De Fietsersbond heeft in 2010 een evaluatie opgesteld van het strooibeleid van de gemeente Enschede in 'Fietsen in de Sneeuw II' (2010, Fietsersbond). Hierin worden de volgende aanbevelingen gedaan:

    1. Kwaliteitscontrole: Meer controle nodig op uitvoering aannemer
    2. Routes: Fietsenroutenetwerk meer laten aansluiten met de praktijk
    3. Niet strooien met zand of halve hoeveelheid zout op fietspaden
    4. Materieel: schaf zo mogelijk het juiste materiaal aan zodat vegen wel mogelijk wordt. 

    Verder geeft de Fietserbond de volgende zes tips als fietsen bij gladheid onvermijdelijk is:

    1. Zet het zadel lager. Zo kun je beter met je voeten bij de grond, zodat je eerder steun kan zoeken wanneer je dreigt te vallen
    2. Laat wat lucht uit je banden lopen. Zachte banden zijn breder en geven net wat meer grip
    3. 'Lees' het wegdek. Let tijdens het fietsen extra goed op. Glinsteren de klinkers of het asfalt, dan is de kans groot dat daar een laagje ijs ligt
    4. Houd afstand van de rand van de weg. Juist aan de rand van de weg hoopt de sneeuw en ijs zich vaak op
    5. Bereid je reis goed voor. Veel gemeenten zetten op hun websites de straten waar goed gestrooid of geveegd wordt. Ga voor je op weg gaat even zitten en plan een route langs zoveel mogelijk schone straten 
    6. Schaf winterbanden aan. Steeds meer bandenfabrikanten bieden ook winterbanden aan, soms zelfs met ingebouwde spikes.

    Het rapport 'Evaluatie gladheidsbestrijding in gemeente Lansingerland' (Fietsersbond, 2011) geeft vergelijkbare aanbevelingen. Hierin wordt aandacht gevraagd voor fietstunnels. De gemeente Zaanstad maakt het melden van gladde fietsroutes gemakkelijk: www.gladdefietsroutes.nl/zaanstad. Ook de gemeente Eindhoven doet mee aan digitaal melden van gladde fietsroutes.

    Verwarmd fietspad

    Een andere manier om gladheid op fietspaden tegen te gaan is een verwarmd fietspad. Dat ligt, als proefproject, in de gemeente Wageningen. De warmte is in de zomer in de bodem opgeslagen.

    Verwarmd fietspad in de sneeuw. Foto: Fietsberaad

    Keuzes maken

    Een wegbeheerder kan de gladheid niet overal tegelijkertijd bestrijden. Dit betekent het stellen van prioriteiten. De afweging en de gemaakte keuzes staan in het beleid. Een duidelijke en gedragen keuze in het beleid vooraf, voorkomt discussie achteraf. 

    Prioriteitentabel

    De prioriteiten kunnen inzichtelijk worden gemaakt met behulp van een tabel. Vele varianten zijn mogelijk. Het Waterschap Rivierenland gebruikt de volgende tabel: 'Prioriteitentabel' (2012, Waterschap Rivierenland, behoort bij het beleid). De gemeente Dalfsen gebruikt in het 'Gladheid-bestrijdingsplan Gemeente Dalfsen 2014-2015' onder andere de volgende tabel: 

    In deze tabel is onderscheid gemaakt in het type weg. Elk type heeft een prioriteit gekregen. Daaraan is het strooiregime gekoppeld. Ook is aangegeven wanneer er gestrooid moet gaan worden.

    Veel gemeenten geven de prioriteiten weer op een kaart. Zie het voorbeeld van de gemeente Rijssen-Holten.

    Bron: gemeente Rijssen-Holten

    Met zo'n kaart is direct duidelijk hoe er wordt gestrooid.

    Zouttekorten leiden tot discussie. Hier zijn de contractuele afspraken leidend, in combinatie met het opgestelde beleid. Gemeenten kunnen hierbij ondergeschikt zijn aan landelijke belangen. Denk daarbij aan het strooien van de rijkswegen door Rijkswaterstaat.

    http://www.youtube.com/watch?v=1Hb96BuvzNI

    In veel beleidsplannen, staan zowel de beleidsmatige zaken, als de uitvoeringszaken. Door dit te scheiden, kunnen compactere documenten worden gemaakt. De documenten voor de uitvoering ('uitvoeringsplannen') kunnen het beste elk jaar worden aangepast. De beleidsdocumenten kunnen voor een langere periode worden gemaakt. Ze worden gewijzigd als er concrete redenen voor zijn. Het voordeel van één document met alle informatie, is dat alles bij de hand is. 

    Soms wordt in beleidsdocumenten ook de evaluatie opgenomen van het achterliggende seizoen.

    Enkele voorbeelden van beleidsdocumenten (met soms uitvoeringsaspecten en evaluatie):

    Beleid is niet statisch. De problemen van enkele jaren geleden met het zouttekort, kunnen reden zijn om beleid bij te stellen. Ook ontwikkelingen zoals uitbesteding of juist zelf doen en ook regionale samenwerkingen zijn redenen om beleid te actualiseren of nieuw beleid te maken. Een jaarlijkse evaluatie van het achter liggende seizoen, is daarom nuttig (en eigenlijk noodzakelijk).

    De gemeente Apeldoorn heeft dit proces als volgt op heldere wijze gevisualiseerd:

    Bron: 'Beleidsplan gladheidsbestrijding' (Apeldoorn)

    Het principe van langjarig beleid maken en de uitvoering jaarlijks aanpassen, wordt zo duidelijk gemaakt.

    Strooigebieden, -routes, -bijroute

    De gemeente is opgedeeld in strooigebieden. Elk strooigebied heeft een hoofdroute, een bijroute en een fietspadenroute.

    Bij het preventief strooien worden de hoofd- en bijroutes en de fietspaden gelijktijdig gestrooid. De routes zijn samengesteld op basis van de volgende prioriteitsvolgorde:

    1. Hoofdontsluitingswegen
    2. Wijkontsluitingswegen
    3. Busroutes
    4. Brandweer, eerste hulpdienst

    Als er sneeuw ligt (curatieve gladheidsbestrijding) worden eerst de hoofdroutes en daarna bijroutes gestrooid.

    Er zijn ook nog bijzondere routes. Deze routes worden alleen tijdens dagdiensten en bij langdurige gladheid curatief gestrooid. In de bijzondere routes ligt de prioriteit bij:

    1. Hellingen
    2. Bejaarden- en verzorgingscentra
    3. Bushaltes
    4. Industrieterreinen

    Bij fietspaden wordt bij preventief strooien prioriteit gegeven aan:

    • Primaire fietsroutes 

    Bij curatief strooien wordt daarna ook prioriteit gegeven aan:

    • Schoolfietsroutes (voor zover deze al niet onderdeel zijn van de primaire fietsroutes).

    Een andere aanpak die gevolg kan worden in het beleid is:

    1. Gladheid door het opvriezen van natte van de doorgaande wegen. Er wordt in dit geval gestrooid op doorgaande wegen en busroutes volgens onderstaande routes en op genoemde tijden
    2. Gladheid door sneeuwval en ijzel op de doorgaande wegen. Bij sneeuwval wordt geploegd en gelijktijdig gestrooid volgens onderstaande routes en op genoemde tijden. Bij extreme omstandigheden met ijzel of sneeuwduinen geven we voorrang aan het begaanbaar houden van de belangrijkste doorgaande wegen en busroutes
    3. Gladheidbestrijding vanaf de wijkpost, bij belangrijke lokaties. Vanaf de wijkpost Ten Boer wordt overdag tijdens kantooruren, bij sneeuwval of ijzel, de gladheid bestreden bij de belangrijkste locaties zoals het winkelgebied, gezondheidscentra, bushaltes, begraafplaats en oversteekplaatsen
    4. Gratis strooizout/zand voor de eigen stoep. Op de wijkpost Ten Boer is voor de inwoners van de gemeente in de winterperiode gratis strooizout/zand beschikbaar (10 liter) voor het strooien van de eigen stoep of die van buurtbewoners die dat zelf niet kunnen doen
    5. Afvalinzameling. Bij extreme gladheid kan de gemeente besluiten de GFT inzameling te laten vervallen en de restafvalinzameling (grijze container) te verplaatsen. Actuele informatie hierover vindt u dan op www.tenboer.nl/ 

    ​En als het strooizout op is, ziet de wereld er zo uit.

    http://www.youtube.com/watch?v=jTdteVJkBTQ

    ​Verwarmde wegdekken

    Het kan ook anders. Door het wegdek te verwarmen tot boven 0 graden Celcius. Op grotere schaal is dit in Nederland nu nog niet ingevoerd. Het principe is dat warmte van zonnelicht wordt 'bewaard' om als het vriest, het wegdek te verwarmen.

    Voor hellingen bij parkeergarages wordt dit gedaan. Dan wordt hiervoor geen zonnelicht of aardwarmte gebruikt maar 'gewoon'  ouderwetse stroom of een andere verwarmingssysteem.

    Zoutvoorraad

    Gladheid bestrijden zonder zout is lastig. Uit onderzoek is gebleken dat de korrelgrootte bepalend is voor de efectiviteit van het zout. Hoe kleiner de korrel, hoe effectiever het zout is.

    De zoutvoorraad wordt veelal bepaald op basis van de praktijkervaringen uit het verleden. Extreme winters kunnen dan leiden tot een zouttekort. Wegbeheerders zitten hier in een klem:

    • Er moet voldoende zout zijn om een winter te strooien
    • Te veel zout in voorraad is kapitaalverlies en dat moet worden voorkomen.

    http://www.youtube.com/watch?v=OOtT6t7Gjk0

    De strenge winter van 2009/2010 heeft geleid tot grotere voorraden strooizout dan voorheen. Tevens wordt zout opgeslagen dat een fijnere korrel heeft.

    http://www.youtube.com/watch?v=2zm1ZhsVh9Q

    http://www.youtube.com/watch?v=Tpvl_QatMVw

    Risico-inventarisatie

    Inzicht in de risico's geeft aan welke maatregelen getroffen moeten worden.  In het 'Beleidsplan gladheidsbestrijding 2013-2017' (2013) heeft de gemeente Apeldoorn de risico's geordend. De volgende handige tabel heeft men gemaakt:

    Beheer

    Natzout

    Door steeds meer gemeenten wordt de 'natzout gladheidsbestrijdingsmethodiek' ingevoerd. Deze methode levert belangrijke voordelen op. Met de natzoutmethodiek wordt preventief gestrooid. Dit biedt meer veiligheid voor de weggebruiker en vraagt minder strooiuren en een lagere dosering aan dooimiddelen, beter voor onder ander duurzaamheid. Deze methode heeft minder negatieve effecten op het milieu, doordat aanzienlijk minder zout wordt verbruikt (er komt daarom ook minder zout in de bodem terecht) en sneller kan worden gewerkt. Dit is gunstig ten aanzien van brandstofverbruik en dus ten aanzien van de uitstoot broeikasgassen, koolwaterstoffen en fijn stof. Omdat we minder zout nodig hebben bij deze methodiek, kunnen we langer doen met onze zoutvoorraad en zijn we minder vatbaar voor zouttekorten bij leveranciers. Bovendien komt er door deze methodiek minder zout in de berm terecht. 

    Het principe van natzout

    Natzout is zout waar water aan is toegevoegd: een mengsel van zout en water. Het is geschikt voor preventief strooien (voordat het glad is) en curatief strooien (als het al glad is). Dit geldt voor de meeste typen gladheid en weersgesteldheden (aanvriezing, ijzel, sneeuw).

    Door de bijmenging van vocht begint de dooiwerking direct en de korrels zorgen voor dieptewerking. De zoutverdeling is gelijkmatig en homogeen. Het oppervlak dat door een machine wordt bewerkt, is groter dan bij droogzout. De dooiwerking is sneller en het natzout hecht beter aan het wegdek (het waait niet op).

    Doordat het beter blijft liggen, behoudt het natzout langer zijn werking. Hierdoor hoeft er minder snel opnieuw te worden gestrooid. De actieradius en de werksnelheid van de strooi-eenheden nemen toe. Tot slot kan er gebruik worden gemaakt van lagere zoutdoseringen waardoor de milieubelasting minder is. Strooien met natzout is in Nederland de standaard geworden. 

    Preventief en curatief

    In principe wordt in Nederland preventief gestrooid. Dat is het beste voor de verkeersveiligheid. Ook is dit kosten-effectief. De discussie hierover is al geruime tijd geleden gevoerd. Het rapport 'Gladheidsbestrijding Curatief of preventief strooien' (HHNK, 2004) geeft een goed overzicht van de argumenten en feiten. 

    Er kan ook curatief worden gestrooid. Dat is op het moment dat het sneeuwen of ijzelen begint.

    http://www.youtube.com/watch?v=Jfa0prnLdOY

    Uitvoeringsplan

    De uitvoering staat, met alle relevante aspecten, beschreven in het jaarlijkse uitvoeringsplan. Enkele voorbeelden staan hieronder:

    Praktische problemen

    Gladheidbestrijding kan leiden tot allerlei praktische problemen. Een goede voorbereiding is noodzakelijk. Bij de voorbereiding hoort een vlootschouw. Al het materieel wordt getest. 

    http://www.youtube.com/watch?v=HZp9kZWs_Po

    Het rijden van de routes in het najaar laat zien of er onverwachte situaties zijn bijgekomen. Denk aan vluchtheuvels, paaltjes, afsluitingen of lastige drempels. In het najaar is er dan nog tijd om bijstellingen te doen om uitglijders te voorkomen.

    Smalle straatjes, Bron: Weer.nl

    Evaluatie

    Na het strooiseizoen, is het nuttig om te evalueren. Dit vormt de basis voor de uitvoering voor het volgende seizoen. Aspecten die in een evaluatie aan de orde kunnen (moeten!) komen zijn:

    • Beschrijving van de achterliggende winter
    • Hoe was de organisatie? Hoe is dat verlopen?
    • Hoe verliep de communicatie?
    • Obstakels,meldingen van de burgers
    • Financieel
    • Consequenties voor het volgende seizoen.

    Enkele voorbeelden van evaluaties staan hieronder:

    Afstemming met de buurgemeenten en andere wegbeheerders is nuttig. Zowel in de voorbereiding als tijdens de uitvoering. Zeker ten tijde van extreem weer, is afstemming en samenwerking noodzakelijk. CROW heeft hiervoor de publicatie 296 opgesteld: 'Samenwerken bij gladheidsbestrijding' (2011).

    Betrek bij een evaluatie ook buurgemeenten of andere partners om een compleet beeld te krijgen. Dat is ook weer goed voor de contacten voor het volgende strooiseizoen.

    Gladheidsmeetsystemen

    Meten is weten. Met dat idee zijn gladheidsmeldsystemen (= GMS) ontwikkeld en ook toegepast.

    Het GMS controleert de wegcondities en weersomstandigheden. Daarbij is het systeem in staat onderstaande fysische gegevens te verzamelen en door te melden aan de organisatie die het GMS exploiteert. Het lokaal geplaatste systeem meet de volgende fysische grootheden:

    • Luchttemperatuur op 1,5 meter
    • Dauwpunttemperatuur
    • Relatieve luchtvochtigheid
    • Neerslagduur
    • Wegdektemperatuur
    • Geleidbaarheid van wegdek (zoutconcentratie). 

    De gladheidsmeldsystemen worden landelijk bediend. De systemen zijn in gebruik bij Rijkswaterstaat en bij provincies. Het is een landelijk dekkend systeem. Inmiddels zijn er ook gemeenten die een gladheidsmeldsysteem hebben aangeschaft. 

    Gemeenten kunnen tegen betaling een contract afsluiten met de beheerder van het gladheidsmeldsysteem. Dan krijgt men de beschikking over de data en over de verwachting. Hiermee krijgt men een strooiadvies waarmee men in de eigen planning rekening kan houden.

    Tegenwoordig is al zeventig procent van alle gladheid, 10 uur van te voren te voorspellen. In het 'Gladheid-bestrijdingsplan Gemeente Dalfsen 2014-2015' gaat men hier als volgt mee om. 

    "Men ziet dan ook een verschuiving van de preventieve acties naar de (goedkopere) avonduren in plaats van de nachtelijke uren. Hierdoor krijgt het personeel voldoende nachtrust en bovendien wapent de wegbeheerder zich hiermee tegen schadeclaims, omdat hij tijdig de nodige maatregelen heeft getroffen. Een bijkomend voordeel is dat de strooiwagen niet bij “tij en ontij” onder slechte weersomstandigheden op pad hoeft. Dit heeft mede tot gevolg dat strooiwagens bij preventieve acties op weg kunnen gaan, bemand met slechts een chauffeur."

    Foto: Gladheidsmeldsysteem. Bron: Beeldbank Rijkswaterstaat

    Veiligheid, kwaliteit en opleiding

    Gladheidsbestrijding draait om veiligheid: de wegen moeten weer veilig te gebruiken zijn. Aangezien het werk in gevaarlijke omstandigheden wordt uitgevoerd, moet het materieel in orde zijn en het personeel goed zijn voorbereid. 

    De gangbare training hiervoor is de VCA** VCA staat voor Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM) Checklist Aannemers. Dit is de standaard om veilig te werken. Het beheer van de VCA is ondergebracht bij de onafhankelijke Stichting Samenwerken Voor Veiligheid (SSVV).

    Een kwaliteitssysteem zorgt voor borging van kwaliteit van materieel en personeel. Hierbij valt te denken aan systemen zoals ISO 9001. Veel aannemers die gladheidsbestrijding uitvoeren beschikken over een kwaliteitssysteem. Overheden die de gladheidsbestrijding zelf uitvoeren, veelal (nog) niet.

    Voor de verschillende functies bij de gladheidsbestrijding zijn er uiteenlopende opleidingen. Onder andere CROW geeft hierin cursus.

    http://www.youtube.com/watch?v=-mn9BlkLYvs

    Verder gelden de volgende regels (Bron: 'Gladheid-bestrijdingsplan Gemeente Dalfsen 2014-2015' (2014)

    • Al het materieel moet in goede staat verkeren en mag geen mankementen vertonen. Aan de hand van keuringsrapporten moet aangetoond worden dat het materieel aan de eisen voldoet.
    • Op de werkplaats en in de voertuigen moeten voldoende BHW middelen, EHBO dozen en brandblussers aanwezig zijn.
    • Een voertuig mag nooit achteruit of tegen het verkeer instrooien.
    • De bestuurder is verplicht bij het verlaten van het voertuig veiligheidskleding te dragen die voldoet aan de daar aan gestelde eisen (signalerende en reflecterende kleding).
    • Het dragen van veiligheidschoenen met een stroeve zool is verplicht.
    • In de strooier achtergebleven zout moet door middel van leegdraaien worden verwijderd. De zwaailampen zijn altijd in werking.
    • Bij het rijden op een gladwegdek mag geen enkel risico worden genomen.
    • De bestrijding blijft beperkt tot de eigen route, ter voorkoming van te grote zoutbelasting. Drempels moeten stapvoets worden genomen. 

    Weeralarm

    Het KNMI geeft een weeralarm uit wanneer de weersituatie gevaar dreigt op te leveren en aanleiding kan geven tot grote overlast of ontwrichting van de samenleving. Een weeralarm wordt zo mogelijk vanaf 48 uur tevoren voorafgegaan door een waarschuwing. In de periode vanaf 24 uur voorafgaand aan een eventueel weeralarm wordt, bij 60 procent zekerheid dat de verwachte weersituatie optreedt, een waarschuwing voor extreem weer uitgegeven. Het weeralarm wordt op zijn vroegst 12 uur tevoren uitgegeven en dan alleen wanneer het vrijwel zeker is (kans van 90 procent) dat de verwachte weersituatie optreedt.
    Inzake gladheid geeft het KNMI een weeralarm voor de volgende gevallen:

    • gladheid door ijzel, ijsregen of sneeuwval (minstens 3 cm per uur of minstens 10 cm in 6 uur) 
    • driftsneeuw (met een gemiddelde windsnelheid van meer dan 40 km/uur, windkracht 6 of meer).

    Navigatie en evaluatie

    De strooiauto's rijden vaststaande routes. Die routes kunnen vooraf worden geprogrammeerd. Zo is de kans op vergissen, ook bij zeer slechte omstandigheden, beperkt. Hiervoor zijn verschillende systemen beschikbaar. In 2012 is hiervan een vergelijing gemaakt: 'Verzamelen en presenteren van informatie voor gladheidbestrijding' (2012, NMPO). Dit document laat zien hoe voorbereiding, uitvoering en evaluatie aan elkaar gekoppeld kunnen worden.

    Duurzaamheid

    De gemeente heeft als wegbeheerder de zorgplicht voor een goede en veilige staat van de weg. Om dit te bereiken moet in geval bij gladheid een gladheidsbestrijding worden uitgevoerd. Dit geschied veelal met NaCl-mengsel. Dit mengsel bestaat uit 5 gram zout en 2 gram NaCl (natriumchloride) Door dit mengsel wordt een optimaal effect bereikt.

    Voor de beplanting is het zout in kleine hoeveelheden indifferent, bij overmatig strooien is het schadelijk. Er wordt in beperkte mate rekening gehouden met het soort beplanting nabij wegen die gestrooid worden. Het zout heeft een corroderende werking op metalen (lichtmasten, straatmeubilair en voertuigen). Op wegen heeft het zout geen nadelig effect. De witte aanslag verdwijnt weer na enkele regenbuien. Het zout heeft ook geen nadelig effect op de riolering. Via het gemengd rioolstelsel komt het grootste gedeelte van het zout terecht in de waterzuivering. 

    Bij gescheiden riolering komt het terecht op het oppervlaktewater waar een sterke verdunning plaatsvindt. De invloed op het chloride–iongehalte van grond– en oppervlaktewater is verwaarloosbaar. 

    Milieukundig moet het gebruik van strooizout zo veel mogelijk beperkt worden. Overtollig wegenzout komt de flora en fauna niet ten goede. Door natstrooien (preventief) vind er al een behoorlijke besparing plaats in het gebruik van strooizout ten opzichte van curatief strooien. 

    Er zijn enkele rapporten beschikbaar met informatie over strooien en duurzaamheid:

    ​In het rapport van Alterra wordt geconcludeerd dat er invloed op het milieu is. In bermen ontstaat een meer zouttolerante vegetatie. De effecten op oppervlakte- en grondwater zijn niet bekend. Uit berekening blijkt dat er door het strooien twee keer zoveel zout wordt aangevoegd, als via de neerslag. Daarbij dient men zich te realiseren dat de berekeningen uitgaan van droog strooien, niet van natzout.

    Hieronder staat ter indicatie hoeveel zout wordt gebruikt bij het strooien:

    • Bij een preventieve actie, voor het bevriezen van natte asfalt- en betonwegen: een hoeveelheid natzout van 7 gram per m2 strooien
    • Bij een preventieve actie, voor het bevriezen van natte klinkerwegen, fietspaden en parkeerplaatsen: een hoeveelheid natzout van 14 gram per m2 strooien
    • Bij een preventieve actie, voor sneeuwval of ijzel: een hoeveelheid natzout van 15 gram per m2 strooien.
    • Bij aanhoudende sneeuwval of ijzel dit (15 gram per m2) blijven herhalen, zo nodig combinatie met het verwijderen (ploegen) van sneeuw

    Duurzaam inkopen

    Het Ministerie (Zowel het voormalige Ministerie van VROM als het huidige Ministerie van Infrastructuur en Milieu) heeft criteria opgesteld die het duurzaam inkopen voor het beheer van de openbare ruimte moeten vereenvoudigen. Het betreft criteria en een onderbouwing daarvan. De criteria die betrekking hebben op gladheidbestrijding zijn hieronder weergegeven:

    Meten is weten

    Steeds meer wegbeheerders hebben meetpunten in hun gebied. De meetpunten registreren de wegdektemperatuur en het restzout dat nog op dit deel van de weg ligt. De meetpunten worden op de twee strategisch (aangetoonde) koudste plekken in onze gemeente aangebracht waar het altijd als eerste glad is. Landelijk is er inmiddels een dekking van meetpunten gerealiseerd wat een besparing op het aantal strooirondes heeft opgeleverd.

    De meetpunten registreren de wegdektemperatuur en het restzout dat nog op dit deel van de weg ligt. De meetpunten worden op (aangetoonde) koudste plekken aangebracht waar het dus als eerste glad is. Landelijk is er inmiddels een dekking van meetpunten gerealiseerd wat een besparing op het aantal strooirondes heeft opgeleverd.

    Bij de aanschaf van de strooiwagens wordt ook rekening gehouden met het beleid van duurzaamheid. Zo worden er geen strooiwagens meer aangeschaft die worden aangedreven door een motor. De nieuwste strooimachines werken door aandrijving op het wiel van de vrachtwagen. Hierdoor vindt er een vermindering van de CO2 uitstoot plaats. 

    ZOAB

    ZOAB, oftewel zeer open asfaltbeton, wordt veel toegepast op snelwegen. ZOAB heeft veel open ruimte. Daardoor vraagt dit om meer zout bij de gladheidbestrijding. Op landelijk niveau is de afweging gemaakt dat dit nadeel opweegt tegen alle voordelen.

    Kosten

    De kosten voor gladheidsbestrijding zijn elk jaar variabel. De winter bepaalt wat er moet gebeuren. De kostenposten zijn in essentie elk jaar gelijk. Dit zijn:

    • Opstellen van beleid: elke wegbeheerder zal in het beleid een keuze vastleggen hoe de gladheidsbestrijding uitgevoerd gaat worden. Het beleid is een politieke, en dus openbare, keuze. Daarmee is het ook voor iedereen inzichtelijk hoe gewerkt gaat worden (zeker als het beleid tijdig op de website van de wegbeheerder staat)
    • Evaluatie: als het winterseizoen voorbij is, is het tijd om terug te kijken.  Dat moet binnen de eigen organisatie als men de gladheidsbestrijding zelf doet. In het andere geval met de aannemer(s) die het werk uitvoeren. De evaluatie kan leiden tot bijstelling van het beleid. Ook kan het noodzakelijk zijn om de kostenraming bij te stellen. Dat moet dan politiek worden geregeld
    • Voorbereiding: voordat het koude seizoen begint, zal de gladheidsbestrijding voorbereid moeten worden. Dat begint met de lessen uit de evaluatie, de vlootschouw, eventueel ander materieel en andere personeel alsmede opleiding
    • Uitvoering: de uitvoering van de gladheidsbestrijding is het lastigste te voorspellen. De kosten voor de uitvoering bestaan uit:
      • Inzet materieel: dit zijn de kosten per uur voor de machines. De kosten per uur bevatten onder andere brandstof, afschrijving
      • Inzet personeel: uurloon, daar is een deel van met toeslag vanwege gevaarlijk werk en werken buiten de normale uren
      • Strooimiddelen: dit betreft natzout, zand en mogelijk nog andere middelen. Deze materialen komen uit de eigen voorraad of worden ingekocht
      • Afhandeling meldingen: een wegbeheerder zal een meldsysteem hebben. Via dit meldsysteem kunnen burgers gladheid melden. De kosten betreffen het systeem (internet, telefoon), bemensing van het meldpunt en de kosten voor de afhandeling buiten
      • Claims: waar gewerkt wordt in moeilijke omstandigheden, kan wat mis gaan. Afhankelijk van het contract kunnen claims de verantwoordelijkheid zijn van de uitvoerder. Claims kunnen ook het resultaat zijn van gemaakte beleidsmatige keuzes. Arbitrage of rechtzaken kunnen het gevolg zijn
      • Schades: door de winterse omstandigheden kunnen schades ontstaan aan onder andere het wegdek. Strikt genomen heeft dit veelal niets met gladheidsbestrijding te maken. Maar het wordt wel meegenomen bij de afhandeling van alles wat met de winter te maken heeft. 

    Beschadigd wegdek. Bron: Van der Kolk Zwolle

    Uitbesteden of zelf doen?

    Steeds meer wegbeheerders besteden de uitvoering van de gladheidsbestrijding uit. Dit heeft te maken met de rol die men zichzelf toekent: regisseren in plaats van uitvoerder zijn.

    Door uit te besteden kan gebruik worden gemaakt van marktwerking. Dit heeft kostenvoordelen. Ook scheelt het de zorg voor het materieel, zorg voor opleiding en veel administratie van uren, et cetera. Nadeel is dat er met de aannemer sluitende afspraken gemaakt moeten zijn om een goede uitvoering te garanderen. Een goed contract is hierbij onontbeerlijk.

    Hier is overigens voldoende en langjarige ervaring mee in Nederland. Men kan het 'kunstje' van uitbesteden van de gladheidsbestrijding van elkaar 'afkijken'. De gemeente Utrecht hanteert in het 'Uitvoeringsplan Gladheidbestrijding 2013-2014' (2013) de volgende omschrijvingen voor uitvoering, controle en registratie:

    Opdracht

    Met de opdrachtnemers zijn verschillende prestatieafspraken gemaakt over de uitvoering van de werkzaamheden. Alle afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst. De voornaamste zijn:

    • Als de kopman een opdracht geeft voor een preventieve actie (partieel of volledig), moet de opdrachtnemer deze binnen 2 uur afgerond hebben
    • Als er sprake is van een curatieve actie, dan moet de opdrachtnemer binnen 3,5 uur klaar zijn.
    • De werkzaamheden moeten zorgvuldig en gedegen worden uitgevoerd. Een kopman beoordeelt of de opdrachtnemer hieraan voldoet.
    • Voor overige prestatieafspraken wordt verwezen naar de raamovereenkomst 42-SW-12. 

    Controle uitvoering opdrachtnemers

    Kopmannen houden toezicht op de uitvoering van de gladheidbestrijding. Ze toetsen op de gegeven opdracht en de prestatieafspraken uit de raamovereenkomst. Dit doen ze op basis van controle op straat en informatie uit (digitale) controle-, volg- en registratiesystemen.

    Registratie activiteiten

    Het registeren van de activiteiten tegen gladheid is van belang om te kunnen aantonen dat aan de inspanningsverplichting is voldaan, of gewerkt wordt binnen de regels van de Arbeidstijdenwet en voor de afhandeling van betalingen aan de opdrachtnemers. De kopmannen stellen van elke (potentiële) uitruk een gladheidrapport op. Hierin staat vermeld waarom (niet) is uitgerukt, wat daar aan ten grondslag lag en op welke wijze is uitgerukt (preventief, curatief en dosering zout). In het rapport worden ook bevindingen over de uitvoering bijgehouden. 

    Aan deze omschrijvingen ligt een uitgebreider contract ten grondslag. Bovenstaande omschrijvingen geven een goed beeld van wat de essentie is.

    Participatie

    Stoepje ijsvrij houden

    Participatie bij gladheidsbestrijding begint letterlijk voor de eigen deur: het stoepje ijsvrij houden. In Nederland is het niet verplicht om de stoep ijsvrij te houden. Tenzij dit is geregeld in de gemeentelijke verordening (APV). In België is het wél verplicht.

    http://www.youtube.com/watch?v=sQO5CIyyCkY

    Melden van gladheid

    De beheerder kan niet alles zien. Daarom kan een burger in vrijwel alle gemeenten, gladheid melden. Dat kan via de website van de wegbeheerder. Ook is er een landelijke website: gladheidsmelder

    Gladheid leidt onvermijdelijk tot meer ongevallen, en dus meer bezoek aan de eerste hulp.

    http://www.youtube.com/watch?v=Sd79OZ9ek1g

    En soms is luisteren naar goed bedoelde adviezen ook lastig. En ijzel leidt tot zeer gevaarlijke omstandigheden. Het volgende filmpje laat zien hoe verraderlijk ijzel is. Vaak is ijzel slecht te zien door de bestuurders. 

    http://www.youtube.com/watch?v=2zB8iTF4Jks

    Winterbanden

    In Nederland is het niet verplicht om op winterbanden te rijden in winterse omstandigheden. In Oostenrijk is dat in de winter wél verplicht. Daar moeten winterbanden een profiel hebben van minimaal 4 mm hebben. In Duitsland moeten auto's aangepast zijn aan de weersomstandigheden. Dat betekent dat onder winterse omstandigheden wél winterbanden gemonteerd moeten zijn. 

    In Nederland geldt natuurlijk wel dat de bestuurder zich verantwoordelijk moet gedragen, met of zonder winterbanden. Het rijden op winterbanden wordt aanbevolen door Veilig Verkeer Nederland.

    http://www.youtube.com/watch?v=iWb0bYG-JJY