Inhoudsopgave

    Milieuzone

    Samengevat

    In Nederland hebben nu enkele gemeenten een milieuzone. Het doel is om de luchtkwaliteit te laten voldoen aan de Europese eisen. Juist in de binnenstad zijn er veel mensen, is er veel verkeer dat ook nog eens langzaam rijdt en stil staat. Op die plekken komt de kwaliteit van de lucht in het gedrang. Omdat luchtvervuiling de gezondheid van mensen ernstig aantast zijn in de Europese Unie (EU) grenswaarden vastgesteld voor de gemiddelde concentraties fijnstof en stikstofdioxide in de lucht. De lidstaten moeten maatregelen treffen om die grenswaarden te halen. 

    https://www.youtube.com/watch?v=kYfiJf9csDU

     

    De luchtkwaliteit voldeed sinds 2005 op verschillende plekken in ons land nog niet aan Europese grenswaarden voor fijn stof. Ook zou niet overal tijdig worden voldaan aan de grenswaarden voor stikstofdioxide die per 2010 van kracht zijn. Zou, want inmiddels is door de Europese Commissie op basis van de nieuwe Europese luchtkwaliteitsrichtlijn aan Nederland uitstel en vrijstelling (derogatie) verleend van de ingangsdata voor deze grenswaarden. De derogatie omvat uitstel tot medio 2011 voor fijn stof en tot 2015 voor stikstofdioxide.

    De derogatie voor fijn stof is per 2013 afgelopen. Nederland moet daar dus aan voldoen. 

    In Nederland zijn maatregelen geformuleerd op rijksniveau, regionaal niveau en lokaal niveau. Het totale maatregelenpakket is in juni 2008 officieel gebundeld in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (afgekort tot NSL). De maatregelen zijn er vooral op gericht het wagenpark schoner te maken, onder andere door de toepassing van roetfilters te bevorderen. Lokaal worden maatregelen getroffen als snelheidsverlaging (veelal op snelwegen) en de instelling van milieuzones. Een aantal gemeenten, onder andere Utrecht en Rotterdam, heeft milieuzones ingesteld voor personenauto's (i.c. oude diesels) en vrachtauto's. Er zijn ook gemeenten met een milieuzone voor vrachtauto's. Met een milieuzone worden bepaalde auto's uit delen van de stad geweerd. 

    De milieuzone heeft daarmee invloed op wat er kan en mag in de openbare ruimte en is relevant voor duurzaamheid en duurzaam beheer. En uiteraard zijn er ook dwarsverbanden met handhaving.

    https://www.youtube.com/watch?v=55ob8FIVzNs

    Er zijn nog wel meer dwarsverbanden aan te geven. De kern is dat het gaat over openbare ruimte. Daarom is het onderwerp hier uitgewerkt.

    Resultaten

    De emissie van fijn stof bedroeg in 2010 30 miljoen kg. De emissie door verkeer en vervoer is bijna een derde van het totaal. 80% Hiervan ontstaat bij de verbranding van motorbrandstoffen. De rest wordt veroorzaakt door slijtage van wegdek, banden, remvoeringen en bovenleidingen. Sinds 1990 is de emissie van fijn stof met meer dan 50% afgenomen. Dit is vooral te danken aan schonere dieselmotoren in zware bedrijfsvoertuigen. Ook de toepassing van uitlaatgasrecirculatie om de emissie van stikstofoxiden te bestrijden heeft een verlagend effect op de emissie van fijn stof (Bron: 'Dossier 'Fijn stof'' (RIVM, 2013)).

    De Atlas van de leefomgeving biedt basisinformatie over de leefomgeving zoals de luchtkwaliteit. 

    Het onderwerp 'Milieuzone' is direct gekoppeld aan luchtkwaliteit. Om die reden wordt in dit onderwerp veel aandacht besteed aan luchtkwaliteit en de achtergronden en consequenties daarvan.

    Wetgeving

    De milieuzones hebben tot doel om de luchtkwaliteit van met name de binnensteden (daar is het probleem het grootste) te laten voldoen aan de Europese normen. 

    Europese wetgeving

    In 2008 werden de richtlijn voor fijnstof goedgekeurd door de lidstaten. Het betreft de richtlijn 2005/0183. Het Europees Parlement was liever strenger geweest, maar de lidstaten waren daartoe niet bereid.

    De hoofdlijnen van de richtlijn zijn als volgt:

    1. De limiet per jaar voor grover fijnstof (PM10) is 40 microgram per kubieke meter
    2. De limiet per dag voor grover fijnstof is 50 microgram
    3. Voor het grovere fijnstof mag de dagelijkse limiet op maximaal 35 dagen per jaar overschreden worden
    4. Vanaf 2015 is de limiet voor de kleinste categorie fijnstof (PM2,5) 25 microgram per kubieke meter lucht. De limiet is 20 microgram buiten stedelijke gebieden
    5. Vanaf 2020 geldt overal een streefwaarde (geen harde norm) van 20 microgram voor PM2,5. Bovendien moet de concentratie PM2,5 in stedelijke gebieden in 2020 met tien procent zijn afgenomen ten opzichte van 2010
    6. Fijnstof afkomstig van natuurlijke bronnen (zoals zeezout) hoeft niet meegeteld te worden.

    Richtlijn 2013

    Op 18 december 2013 nam de Europese Commissie een nieuwe beleidspakket voor schone lucht aan. Dit pakket is bedoeld om bestaande regelgeving te actualiseren en luchtverontreiniging door industrie, verkeer, elektriciteitscentrales en landbouw verder terug te dringen. De belangrijkste onderdelen van het pakket zijn:

    1. Het nieuwe programma Schone Lucht voor Europa, waarmee bestaande doelstellingen omtrent de luchtkwaliteit moeten worden gehaald en waarin nieuwe doelstellingen voor 2030 worden geformuleerd. Verder omvat het pakket maatregelen die de luchtkwaliteit in de steden moet verbeteren en is er extra aandacht voor onderzoek en innovatie en internationale samenwerking.
    2. Herziening van de richtlijn uit 2001 inzake nationale emissiemaxima voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen.
    3. Een nieuwe richtlijn voor het terugdringen van verontreiniging door middelgrote stookinstallaties en kleine industriële installaties. 

    Deze richtlijn is hier te vinden (alleen in het Engels). 

    De overige Europese regelgeving waar we in Nederland mee te maken hebben is:

    • Richtlijn 96/62/EG inzake de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit
    • Richtlijn 1999/30/EG betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevendedeeltjesenloodindelucht 
    • Richtlijn nr. 2000/69/EG betreffende grenswaarden voor benzeen en koolmonoxide in de lucht
    • Richtlijn 2002/3/EG betreffende ozon in de lucht
    • Richtlijn 2003/35/EG tot voorziening in inspraak van het publiek in de opstelling van bepaalde plannen en programma's betreffende het milieu en, met betrekking tot inspraak van het publiek en toegang tot de rechter, tot wijziging van de Richtlijnen 85/337/EEG en 96/61/EG van de Raad 
    • Richtlijn 2008/50/EG betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa.

    Consequenties

    De richtlijnen 2005/0183 en richtlijn 2008/50/EG in combinatie met de richtlijn uit 2013 uit 2013, verplicht de Europese lidstaten om te voldoen aan de normen zoals in 2005 gesteld. Dat maakte het noodzakelijk voor de lidstaten om te gaan onderzoeken of hier aan werd voldaan. Dit onderzoek is in 2009 uitgevoerd door de Algemene Rekenkamer

    Nederlandse wetgeving

    Wet milieubeheer

    De Europese luchtkwaliteitsrichtlijnen zijn omgezet in de Nederlandse wetgeving; aanvankelijk via het Besluit luchtkwaliteit 2001 en later via het Besluit luchtkwaliteit 2005. In deze besluiten luchtkwaliteit waren strikte eisen opgenomen voor het toetsen van bouwplannen aan de grenswaarden. Sinds november 2007 zijn de EU-richtlijnen omgezet in de nationale wetgeving via de Wet milieubeheer. Hiervoor is de Wijzigingswet Wet milieubeheer aangenomen.  Dat maakte het noodzakelijk voor de lidstaten om te gaan onderzoeken of hier aan werd voldaan. Dit onderzoek is in 2009 uitgevoerd door de Algemene Rekenkamer in het rapport 'Milieueffecten wegverkeer' (2009).

    De conclusie was dat niet overal werd voldaan aan de normen. De Nederlandse regering heeft uitstel aangevraad voor de normen. Dat uitstel is verleend. In het Besluit derogatie (luchtkwaliteitseisen) is aangegeven dat  agglomeraties Amsterdam/Haarlem, Rotterdam/Dordrecht en Utrecht per 1 januari 2015 aan de Europese normen moeten voldoen. 

    Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV)

    Het RVV is bij Koninklijk Besluit gewijzigd. Hoofdstuk VB is toegevoegd. In artikel 86c van dat hoofdstuk zijn definities toegevoegd ten behoeve van de milieuzone. Artikel 86d geeft de mogelijkheid tot geslotenverklaring voor vrachtauto's. Met hoofdstuk VB is het voor gemeenten mogelijk geworden op milieuzones in te stellen op grond van het RVV.

    Het RVV wordt zodanig gewijzigd dat het verbodsbord niet alleen voor vrachtauto's geldt, maar ook voor personenauto's. Denk daarbij aan het weren van oude personenauto's met dieselmotoren in de binnensteden. 

    Gemeente

    Verkeersbesluit

    Voor het instellen van een milieuzone dient de wegbeheerder (de gemeente in de gevallen van de nu bestaande milieuzones) een verkeersbesluit te nemen op grond artikel 18 van de Wegverkeerswet. Het verkeersbesluit is een besluit conform artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht. Het besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Conform artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden bezwaar maken tegen het verkeersbesluit. Het bezwaarschrift dient, als de gemeente bevoegd gezag is, te worden ingediend bij het College van Burgemeester en Wethouders. De termijn van bezwaar is zes weken. Voor het instellen van een milieuzone moet de gemeente een verkeersbesluit nemen. 

    In de Wegenverkeerswet 1994 (artikel 14 en 15) staat een basis voor het nemen van verkeersbesluiten. Dit is uitgewerkt in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer. Concreet betekent het nemen van een verkeersbesluit het plaatsen van een bord en onderbord met de tekst ‘Gesloten voor een bepaald type verkeer’.

    Bescherming van het milieu behoort tot de door de Wegenverkeerswet 1994 beschermde belangen. Een verkeersbesluit dient te worden gemotiveerd, bijvoorbeeld op basis van een milieudoelstelling. Voorwaarde voor het nemen van een verkeersbesluit is dat de wegbeheerder een inhoudelijke motivering kan geven. Op verzoek van een belanghebbende toetst de rechter het verkeersbesluit en bepaalt of het besluit juridisch houdbaar is. Zo zijn bijvoorbeeld de milieuzones voor het vrachtverkeer die momenteel in Nederlandse steden zijn ingesteld, op de juridische mogelijkheid tot het nemen van een verkeersbesluit gebaseerd. Milieuzonering betreft dus een gemeentelijke maatregel, waarmee de verantwoordelijkheid voor de handhaving ook primair bij de gemeente ligt.

    Jurisprudentie

    Verkeersbesluit voor plaatsing van borden 'Milieuzone' in Utrecht

    Op 11 juni 2015 heeft de rechter bezwaren tegen het plaatsen van het bord 'Milieuzone'  door de gemeente Utrecht afgewezen met de uitspraak ECLI:NL:RBMNE:2015:4174. Ofschoon de materie complex is, is de besluitvorming door de gemeente juist gedaan en goed onderbouwd. De belangen van de individuele ondernemers zijn niet in dusdanige mate geschaad, dat een andere uitspraak volgens de rechter aan de orde is.

    Daarmee is deze uitspraak richtinggevend voor andere gemeenten die een milieuzone willen onderbouwen en instellen.

    https://www.youtube.com/watch?v=I-KAEsQEbvo

     

    Besluit gevoelige bestemmingen

    De luchtkwaliteit is één van de aspecten waar bij gebiedsontwikkeling rekening mee gehouden moet worden. Het Besluit gevoelige bestemmingen stelt eisen aan de afstand van een gevoelige bestemming tot wegen. Tevens regelt het Besluit wat een gevoelige bestemming is.

    Overzicht luchtkwaliteitsnormen

    De onderstaande tabel bevat een overzicht van de belangrijkste normen uit de EU-richtlijnen. In de tabel is aangegeven of de norm gericht is op bescherming van de gezondheid van mensen of bescherming van de natuur. Ook de juridische status van de norm is aangegeven. Voor grenswaarden geldt een resultaatverplichting om eraan te voldoen, voor streefwaarden geldt een inspanningsverplichting. In het Compendium voor de Leefomgeving staan de meest recente cijfers over de betreffende norm.
    De regelgeving kent een aantal begrippen:

    • Grenswaarde: een niveau dat op basis van wetenschappelijke kennis wordt vastgesteld met als doel schadelijke gevolgen voor de menselijke gezondheid en/of het milieu als geheel te vermijden, te voorkomen of te verminderen en dat binnen een bepaalde termijn moet worden bereikt en, wanneer het eenmaal is bereikt, niet meer mag worden overschreden. Overschrijding van de grenswaarde is, behoudens de situaties die expliciet in de richtlijn zijn omschreven, niet toegestaan. Een grenswaarde is op te vatten als een resultaatverplichting. Als een lidstaat in gebreke blijft, kan de Europese Commissie een zaak bij het Europese hof aanhangig maken
    • Streefwaarde: een niveau dat is vastgesteld met het doel om schadelijke gevolgen voor de menselijke gezondheid en/of het milieu als geheel te vermijden, te voorkomen of te verminderen en dat voor zover mogelijk binnen een bepaalde termijn moet worden bereikt. Een streefwaarde is op te vatten als een inspanningsverplichting
    • Alarmdrempel: een niveau waarboven een kortstondige blootstelling risico's inhoudt voor de gezondheid van de bevolking als geheel, en bij het bereiken waarvan door de lidstaten onmiddellijk stappen dienen te worden ondernomen
    • Informatiedrempel: een niveau waarboven kortstondige blootstelling een gezondheidsrisico inhoudt voor bijzonder kwetsbare bevolkingsgroepen, en voor wie een onmiddellijke en toereikende informatievoorziening noodzakelijk is
    • Langetermijndoelstelling: een niveau dat op lange termijn zou moeten worden bereikt, behalve waar dit niet door proportionele maatregelen kan worden bereikt, met het doel de menselijke gezondheid en het milieu een doeltreffende bescherming te bieden.

    Normen luchtverontreining. Bron: Compendium voor de Leefomgeving

    Beleid

    Europees beleid

    Het Europese beleid is vormgegeven in de richtlijnen die zijn beschreven onder wetgeving

    Landelijk

    Naar aanleiding van de richtlijnen van Europe is door de Algemene Rekenkamer onderzoek gedaan naar de situatie in Nederland. De resultaten staan in het rapport 'Milieueffecten wegverkeer' (2009). Daaruit blijkt dat de situatie toen op een aantal plaatsen niet voldeed aan de Europese eisen. Met ongewijzigd beleid zal dit in de toekomst alleen maar ongunstiger worden. Door het Ministerie van VROM (nu I&M) is hiertoe het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) opgestart. De achtergronden staan in de volgende documenten van het Ministerie van VROM: 

    Het kabinet is van plan om het NSL te verlengen tot 1 januari 2017.

    Green deal Stadslogistiek

    Voor de stadslogistiek wordt gewerkt aan een green deal. Stadslogistiek is geen beheer van de openbare ruimte. Maar ze kunnen wel van elkaar leren. 
    Partijen van de Green Deal Zero Emission Stadslogistiek willen dat in 2025 de stadskernen emissievrij worden beleverd. Daarmee lopen partijen vooruit op de Europese wetgeving die stelt dat in 2050 alleen emissievrije voertuigen de stad in mogen. Doel is de emissie van CO2, NOx en fijnstof als gevolg van stadslogistiek te reduceren tot nul. Daarnaast streven partijen ernaar om het geluid te beperken. Middels Living Labs (regionale pilots) kijkt men komende tijd waar ‘Zero Emission’ levering mogelijk is én wat er nodig is om dat mogelijk te maken.
    Er worden diverse routes bewandeld. Verbeteren van de voertuigtechnologie, de benutting en belading van vrachtauto’s en het starten van innovatieve logistieke trajecten, zijn een aantal voorbeelden. In 2020 zullen partijen de eerste resultaten en bevindingen van de Living Labs presenteren. De resultaten toetsen zij op technische, economische, juridische, veiligheids- en handhavingsaspecten. De resultaten vormen de basis voor een advies over de haalbaarheid en brede toepassing van Zero Emission Stadslogistiek.

    Voor meer informatie over deze green deal: klik hier.

    Slimme en gezonde stad

    Op landelijk niveau is het programma 'Slimme en gezonde stad'  gestart. Hier wordt gezocht naar slimme oplossingen om de stad leefbaarder, duurzamer en gezonder te maken. 

    Gemeente

    De problemen met de luchtkwaliteit concentreren zich in de kernen van de grote steden. Dit bleek uit het rapport van de Algemene Rekenkamer uit 2009. De vier grote gemeenten (G4) hebben daarop in 2011 besloten om onderzoek te doen naar de situatie in hun eigen stadscentra. Hierbij is gewerkt conform de richtlijn van het RIVM: 'GGD-richtlijn medische milieukunde Luchtkwaliteit en gezondheid' (2008).

    Beleid

    Amsterdam en Utrecht hebben hun respectievelijke beleid destijds laten doorrekenen. De beleidsdocumenten van Amsterdam en Utrecht staan hieronder:

    De gemeente Utrecht heeft TNO het effect van de milieuzone laten onderzoeken (zie rapport 'Effectmeting milieuzone personen- en bestelverkeer in Utrecht' (TNO, 2016). De conclusie zijn als volgt: 

    1. "De wagenparkscan heeft laten zien dat de samenstelling van het lichte wagenpark na invoering van de milieuzone personen- en bestelverkeer sterker is vernieuwd dan op grond van autonome trends mag worden verwacht. Het effect hiervan op de emissies van stikstofoxiden is verwaarloosbaar, maar er is wel een substantieel gunstig effect op de emissies van verschillende fijnstof-componenten, waaronder EC. Op grond hiervan is het zeer aannemelijk dat de milieuzone voor licht verkeer in Utrecht een positief effect heeft op de concentraties van fijnstof en EC.
    2. Het feit dat in de steden Rotterdam en Amsterdam, waar nog geen milieuzone voor personen- en bestelverkeer was ingevoerd, de afname van de gemeten EC concentraties minder groot is dan in Utrecht lijkt deze conclusie te ondersteunen.
    3. De resultaten van de analyse van de EC metingen laten zien dat de lokale verkeersbijdrage aan de EC concentratie op de Catharijnesingel gemiddeld met 16% is afgenomen. Via de in dit onderzoek toegepaste complexe analyse methodiek kan de vastgestelde afname van de verkeersbijdrage aan de lokale EC concentratie echter niet worden toegerekend aan de milieuzone personen- en bestelverkeer." 

    Zie verder het nieuwsitem TNO-onderzoek effect milieuzone Utrecht (d.d. 24 juni 2016). 

    Rekenkamers

    De rekenkamers van de respectievelijke gemeenten hebben deze rapporten opgesteld:

    Hieruit is gebleken dat voor een aantal steden de normen worden overschreden. In Utrecht en Rotterdam is de situatie het meest kritisch is. Hier worden de normen overschreden. in de collegeprogramma's van deze gemeenten in opgenomen dat maatregelen voor vrachauto's en personenauto's worden genomen om de problemen met de luchtkwaliteit het hoofd te bieden. 

    https://www.youtube.com/watch?v=gJLd-G8UmMk

    Beleid en evaluatie

    De vier grote gemeenten hebben diverse documenten opgesteld ter onderbouwing of voor de evaluatie van beleid. De documenten staan hieronder:

    Sloopregeling

    De gemeenten Rotterdam en Utrecht hebben een 'sloopregeling'  voor oude auto's in het leven geroepen. De regeling houdt in dat oude en vervuilende auto's gesloopt worden. Hiervoor krijgt de eigenaar van de auto een premie.

    Onder oude en vervuilende auto's wordt in Utrecht verstaan:

    • Benzineauto ouder dan 1 juli 1992
    • Dieselauto's van voor januari 2006
    • Extra subside voor het slopen van een dieselauto ouder dan 1 januari 2001 (voor bewoners die ín de milieuzone wonen).

    De sloopregeling voor de gemeente Rotterdam voor 2016 is vergelijkbaar met Utrecht.

    Overzicht van milieuzones

    De onderstaande tabel geeft een overzicht van de bestaande milieuzones (situatie zomer 2015).

    Tabel: Overzicht milieuzones (situatie zomer 2015)

    Ontwerp openbare ruimte

    In 2014 verscheen het document 'Gezonde verstedelijking' (2014, Rijkswaterstaat). Dit document wordt als richtinggevend gezien voor een ruimtelijke inrichting die rekening houdt met de gezondheid. Luchtkwaliteit is hierin één van de onderwerpen. Meten van de luchtkwaliteit is noodzakelijk en bronmaatregelen uiteraard ook. Maar het ontwerp van de openbare ruimte kan ook bijdragen aan een betere luchtkwaliteit.

    De GGD Haaglanden heeft het themablad 'Luchtkwaliteit en Gezondheid in de Planvorming' (2013) gemaakt. Hier staan diverse tips op om bij de planvorming al rekening te houden met de luchtkwaliteit. GGD Nederland heeft in 2012 het rapport 'Handboek gezondheidseffectscreening gezondheid en milieu in ruimtelijke planvorming'  uitgebracht. 

    Over de toepassing van groen in relatie tot de luchtkwaliteit heeft het RIVM in 2008 het rapport 'Effecten van groen op de luchtkwaliteit' uitgebracht. Uit dit rapport blijkt dat het zonder meer planten van groen, niet altijd effectief of verstandig is. 

    Beheer

    Meten is weten

    Landelijk meetnet

    Om de kwaliteit van de luchtkwaliteit te kunnen vaststellen is een meetnet noodzakelijk. Door de meetgegevens langjarig met elkaar te vergelijken, kunnen de effecten van het beleid bepaald worden. Het RIVM beheert het landelijke meetnet. De resultaten zijn te vinden op www.lml.rivm.nl. Op de website www.luchtmeetnet.nl zijn per station de meetgegevens te downloaden. Tevens is snel per gemeten stof inzichtelijk te krijgen wat de luchtkwaliteit is.

    Meetstation in Den Haag. Bron: RIVM

    Gemeenten

    Gemeenten en provincies hebben aan het landelijke meetnet in een aantal gevallen zelf meetstations aan toegevoegd. Hieronder staan de websites van enkele meetnetten:

    Het meetnet van Amsterdam is op de website van de gemeente te vinden. De ligging van de meetlocaties staat in de figuur hieronder. 

    Figuur: Meetlocaties in Amsterdam. Bron: Amsterdam

    Borden en handhaving

    De milieuzone moet met borden duidelijk worden gemaakt. Ook voor bezoekers die niet op de hoogte zijn van de mileuzone, moeten de borden duidelijk zijn. Het RVV kent de volgende borden:

    Enige toelichting met onderborden is zinvol ter verduidelijking. De consequenties van het inrijden van de milieuzone met een auto die niet is toegestaan, moet ook duidelijk zijn. 

    De gemeente Utrecht gebruikt hiervoor cameratoezicht. De kentekens worden met de camera gelezen en vergeleken met een database. Bij overtreding volgt automatisch een boete. Voor buitenlandse auto's werkt dit systeem niet. Deze kentekens zijn namelijk niet bekend in de database.

    Ofschoon er veel discussie over is geweest, is door de rechter geconcludeerd dat er geen sprake is van schending van privacy van de automobilisten. De gegevens van de auto's die 'voldoen' worden niet bewaard.

    Het camera-syteem is geruime tijd vóór de invoering van de milieuzone geplaatst om bezoekers aan de milieuzone te laten wennen.

    Ontheffingen

    Voor vrachtauto's worden in de meeste gemeenten ontheffingen afgegeven. Het beleid van Amsterdam staat hier:

    Handhaving

    Handhaving van de milieuzone wordt door de gemeente gedaan. Dit valt onder de reguliere taken voor de handhaving van verkeersregels. De milieuzone moet in het gemeentelijke handhavingsbeleid zijn opgenomen. Zie verder onder handhaving en dan onder 'wetgeving'. 

    https://www.youtube.com/watch?v=cj58kNZMTgQ

    Andere maatregelen

    Het instellen van een mileuzone is maar één onderdeel. Bij de plannen om de luchtkwaliteit te verbeteren horen ook zaken zoals een sloopregeling, voorlichting, et cetera. De volgende rapporten gaan in op de mogelijke maatregelen:

    Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) bevat ook voorbeelden van maatregelen.

    Monitoring en evaluatie

    Monitoring

    Het instellen van een milieuzone houdt automatisch in dat er metingen verricht moeten worden. Zonder metingen is immers niet inzichtelijk wat de kwaliteit van de lucht is. De effecten van het beleid moet men kúnnen monitoren. Hier moet het meetsysteem dus ook geschikt voor zijn. 

    De volgende rapporten zijn beschikbaar over monitoring:

    In de bibliotheek van Publicspaceinfo.nl staan van het RIVM ook de oudere monitorings-rapportages van het NSL (vanaf 2012) en de oudere rapporten van 'Jaaroverzicht luchtkwaliteit' (vanaf 1998). 

    Evaluatie

    Het instellen van een meetnet voor de luchtkwaliteit houdt automatisch in dat er monitoring plaats moet vinden en dat er ook geëvalueerd moet worden. Hierover zijn enkele rapporten beschikbaar.

    Het rapport van de provincie Utrecht uit 2014 legt een interessante koppeling tussen de maatregelen en hun effect. Ook de samenwerking komt hierbij aan de orde. 

    Duurzaamheid

    Definities

    Een milieuzones wordt (of is) ingesteld om de kwaliteit van de lucht te verbeteren. Stikstofoxide, fijnstof en koolmonoxide zijn hierbij de belangrijkste parameters die van invloed zijn op de volksgezondheid. 

    Fijn stof wordt in in 'Dossier 'Fijn stof'' (RIVM, 2013) gedefinieerd als de fijne deeltjes in de lucht, verdeeld over twee verschillende grootten:

    • PM10: Deeltjes die een op grootte selecterende inlaat als omschreven in de referentiemethode voor bemonsteren en meten van PM10 EN 12341 passeren met een efficiencygrens van 50 % bij een aerodynamische diameter van 10 μm
    • PM2,5: Deeltjes die een op grootte selecterende inlaat als omschreven in de referentiemethode voor bemonsteren en meten van PM2,5 EN 14907 passeren met een efficiencygrens van 50 % bij een aerodynamische diameter van 2,5 μm.

    Stof dat direct door antropogene of natuurlijke bronnen in de atmosfeer wordt gebracht, wordt primair stof genoemd. De Nederlandse Emmissieregistratie stelt jaarlijks de antropogene emissie van primair fijnstof in Nederland vast. Het bevoegde gezag, meestal de provincie, controleert de door de grote bedrijven opgegeven emissies. De emissie door andere sectoren, waaronder de sectoren verkeer, consumenten, landbouw en handel, diensten, overheid wordt berekend door werkgroepen. Deze opereren alle binnen de Nederlandse Emmissieregistratie

    Euronormen voor verkeer

    De milieuzones zijn ingesteld om redenen van gezondheid en voor een beter milieu. Voor de milieuzones wordt gewerkt aan de hand van emissie-eisen: de Euro-normen. De euro-normen zijn er sinds 1991. Er zijn zes euro-normen:

    1. Euro1: Europese richtlijnen 70/220/EEC, 91/444/EEC, 93/59/EEC, 96/69/EC en 91/542/EEC) is  de emissiestandaard voor voertuigen in de Europese Unie in 1992
    2. Euro2: Europese richtlijnen 94/12/EC, 96/69/EC en 91/542/EEC) is de emissienorm voor voertuigen die in de Europese Unie in 1995
    3. Euro3: Europese richtlijn 98/69/EC is de emissiestandaard voor voertuigen in de Europese Unie in 1999
    4. Euro4: Europese richtlijn 98/69/EC  werd van kracht in oktober 2006
    5. Euro5: Europese richtlijn 99/96/EC is de emissienorm die in oktober 2009 van kracht werd.
    6. Euro6: Verordening 715/2007 is de emissienorm voor voertuigen die op 31 december 2013 van kracht werd. De norm gaat in op 1 september 2015 voor nieuwe voertuigen. 

    Emissie-eisen

    De milieuzones richten zich met name op fijn stof en stikstof (of correcter: stikstofdioxide). De normstelling is voor deze twee stoffen door middel van de euronormen in de loop van de tijd sterk aangescherpt. De normen zijn hieronder weergegeven (voor fijn stof (PM), stikstofoxiden (NOx) en koolmonoxide (CO)). 

    Europese emissienormen benzine (in gr/km)

    Europese emissienormen diesel (in gr/km)

    Europese emissienormen vrachtauto's (in gr/km)

    Uit de tabellen blijkt dat met name de norm voor de emissie van fijn stof door Euro4 is verminderd. Dat is in hoge mate de reden dat in de milieuzones vrachtauto's die niet voldoen aan Euro4, geweigerd worden in de binnensteden.

    Voor personenauto's (zowel benzine als diesel) geldt dat door Euro4 de norm voor de emissie van fijn stof met een factor 10 is gereduceerd.

    Resultaten

    De belangrijkste resultaten zijn:

    • De concentraties van fijn stof (PM10) zijn sinds het begin van de metingen in 1993 gedaald met 35% op de regionale stations en met 25-30% op de stedelijke stations
    • Sinds het begin van de jaren zeventig zijn de stofconcentraties in steden mogelijk zelfs met 60-70% gedaald
    • De Europese grenswaarden voor fijn stof worden alleen nog plaatselijk overschreden bijvoorbeeld langs drukke straten en snelwegen en in de buurt van op- en overslag bedrijven en grote stallen
    • De levensduurverkorting van een mens door stof in de lucht bedraagt in Nederland ongeveer een jaar. 

    De emissie van fijn stof bedroeg in 2010 30 miljoen kg. De emissie door verkeer en vervoer is bijna een derde van het totaal. 80% Hiervan ontstaat bij de verbranding van motorbrandstoffen. De rest wordt veroorzaakt door slijtage van wegdek, banden, remvoeringen en bovenleidingen. Sinds 1990 is de emissie van fijn stof met meer dan 50% afgenomen. Dit is vooral te danken aan schonere dieselmotoren in zware bedrijfsvoertuigen. Ook de toepassing van uitlaatgasrecirculatie om de emissie van stikstofoxiden te bestrijden heeft een verlagend effect op de emissie van fijn stof (Bron: 'Dossier 'Fijn stof'' (RIVM, 2013)).

    De volgende figuren laten de verschillen goed zien. Ze geven voor stikstofdioxide weer welke overschrijdingen er zijn langs wegen in Zuid-Holland. De bovenste figuur laat de situatie zien in 2012 en de onderste figuur in 2015.

    NOx-concentraties langs wegen in Zuid-Holland. Bron: Zuid-Holland

    De beide figuren zijn afkomstig uit het rapport 'Vierde voortgangsrapportage luchtkwaliteit in Zuid-Holland' (2014). De verschillen tussen de twee weergegeven jaren zijn opmerkelijk. Of de resultaten alleen het gevolg zijn van de maatregelen of ook door omstandigheden zoals de economische crisis komen, is niet inzichtelijk. Vernieuwing van het autopark zal zeker een rol spelen. 

    Gezondheid

    Uiteindelijk draait het om gezondheid. De volgende rapporten gaan in op de samenhang tussen emissies en gezondheid. 

    Kosten

    Kosten en baten

    Kosten

    De kosten voor het invoeren van een mileuzone bestaan uit onderzoek, opstellen van beleid et cetera. Er zijn kosten voor bebording, voorlichting en handhaving.

    Baten

    Overtredingen leveren door boetes bij handhaving inkomsten op. De inkomsten gaan naar de overheid. Een deel van het geld komt bij de gemeente terecht en een deel bij het Rijk. 

    Baten zoals vermeden gezondheidsschades (de kosten die níet worden gemaakt omdat mensen niet ziek worden) zijn lastig te kwantificeren terwijl ze het doel zijn van de milieuzone. Een goed overzicht is er niet. 

    Wél zijn er veel rapporten die gaan over de effecten op de gezondheid van de luchtkwaliteit en wat dit de maatschappij kost. Een voorbeeld staat hieronder:

    De gemeente Utrecht heeft de economische effecten van de milieuzone laten onderzoeken. Het betreft deze rapporten:

    Ontheffing

    In alle gemeenten met een milieuzone is het mogelijk om een ontheffing aan te vragen. De regelingen zijn per gemeente anders. De opbrengsten van de ontheffing (een ontheffing kost geld voor de aanvrager) gaan naar de gemeente.

    Participatie

    Gezondheid

    De Statenweg in Rotterdam is hét punt in Nederland waar de discussie over de schadelijke effecten van verkeer voor de volksgezondheid is begonnen. Stoffen in de uitlaatgassen zoals fijnstof, stikstofoxide en koolmonoxide zijn schadelijk voor de volksgezondheid. 

    Fijnstof

    In Nederland leven jaarlijks enige duizenden mensen enkele dagen tot maanden korter door kortdurende blootstelling aan hoge concentraties fijn stof. Het gaat vooral om ouderen en mensen met hart-, vaat- of longaandoeningen.

    Gezondheidseffecten van fijn stof kunnen ook optreden door langdurige blootstelling aan lagere concentraties. Ook als de concentraties onder de Europese grenswaarden liggen, treden nog steeds gezondheidseffecten op. Levenslange blootstelling in deze vorm kan leiden tot blijvende gezondheidseffecten zoals verminderde longfunctie, verergering van luchtwegklachten en vroegtijdige sterfte aan met name luchtwegklachten en hart- en vaatziekten.

    Meer over fijnstof is te lezen in 'Dossier 'Fijn stof''  (2013) van het RIVM

    Stikstofoxide

    Stikstofoxide, ofwel NO2, komt voor langs drukke wegen en op plaatsen met veel industrie en fabrieken. Verkeer levert het grootste aandeel aan de verhoogde stikstofdioxideconcentraties. Vooral in de ochtend zijn de concentraties relatief hoog door de ochtendspits in combinatie met een zwakke wind of een koude onderste luchtlaag waardoor NO2 zich weinig verspreidt.

    Op de 'stikstof-oxidekaart' kunt u de concentraties stikstof over het jaar 2013 zien tot op een hoog detailniveau. 

    https://www.youtube.com/watch?v=Pycu3fCB3bI

     

    Onbedoeld neveneffect

    De goede bedoelingen ten spijt, heeft de milieuzone soms ook onbedoelde neveneffecten. Door de eisen aan de voertuigen mag de wat oudere bus van de voedselbank de binnenstad van Utrecht niet meer in. 

    https://www.youtube.com/watch?v=ZqiQpOtCW5U

    De brancheorganisatie van de autobranche is uiteraard tégen de milieuzone. Het volgende filmpje van Autoweek laat dat zien. 

    https://www.youtube.com/watch?v=yFOPaIXNTuM

    Metingen door bewoners

    In Amsterdam is in 2009 een project uitgevoerd waarbij bewoners zelf luchtmetingen uitvoerden. De resultaten staan in het rapport 'Zelf meten is zeker weten' (Milieudefensie, 2009). Naar aanleiding van dit project heeft de GGD Amsterdam het rapport 'Luchtkwaliteitsmetingen in samenwerking met bewoners' (2011) opgesteld. Dit rapport bevat een nadere analyse van het project. De belangrijkste conclusies zijn dat dat bewoners meer inzicht kregen in de luchtkwaliteit. De bewoners waren in beperkte mate bereid vergaande maatregelen te nemen zoals meer betalen, electrisch te gaan rijden of een parkeerplek opgeven. Dat is dan ook wel weer wat bijzonder.

    Mijn luchtkwaliteit

    Om inzicht te krijgen in de luchtkwaliteit van de eigen omgeving is er de app 'Mijn luchtkwaliteit'  ontwikkeld. Zo kan iedereen de luchtkwaliteit voor de komende 48 in Nederland zien. 

    App 'Mijn luchtkwaliteit'. Bron: Mijn Luchtkwaliteit