Leidraad Storten 6: Inrichten

1993

Auteur(s): Ministerie van VROM
Instantie: Ministerie van Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer Download

De Leidraad Storten is in 1993 uitgegeven door het Ministerie van VROM. Het doel was om betrokkenen bij stortplaatsen achtergrondinformatie te geven over het ontwerp, beheer, exploitatie en nazorg van een stortplaats conform het toen nieuwe Stortbesluit bodembescherming. De Leidraad Storten bestaat uit 12 hoofdstukken + bijlagen die samen de Leidraad vormen. Alle hoofdstukken en de bijlagen van van de Leidraad Storten staan als losse bestanden (i.v.m. de omvang) op Publicspaceinfo.nl.

Hoofdstuk 6: Inrichten
Waarom is kennis over bodem en water belangrijk?
Een van de voornaamste voorwaarden voor een stort is dat deze op korte, maar ook op lange termijn beheersbaar en controleerbaar is Om aan deze voorwaarde te voldoen, moet in ieder geval voldoende kennis over bodem en water aanwezig zijn.
Immers, via de bodem, het grond- en oppervlaktewater kunnen stoffen uit de stort zich verspreiden naar de omgeving Afhankelijk van de lokale situatie kunnen speciale beheersmaatregelen noodzakelijk zijn om een beheersbare' stort te realiseren. Met voldoende kennis van bodem en water kunnen de milieuhygiënische risico's door verspreiding van stoffen uit de stort worden ingeschat Dit betekent dat deze kennis van groot belang is bij het bepalen van de geschiktheid of ongeschiktheid van de locatie.
Daarnaast bepalen bodem en water in belangrijke mate de randvoorwaarden voor de inrichting van de stort In dit onderdeel van de Leidraad worden de gegevens genoemd die zowel voor de uitwerking van het inrichtingsplan als voor het detailontwerp, c.q. bestek nodig zijn.

Hoe wordt de situatie van bodem en water vastgelegd?
De situatie wordt vastgelegd door diverse bodemkundige en hydrologische aspecten te inventariseren Er is in deze paragraaf onderscheid gemaakt in
- bodem:
- grondwater;
- oppervlaktewater.

Het onderscheid tussen grondwater en oppervlaktewater is gemaakt, omdat stoffen uit de stort zich via grond- en oppervlaktewater kunnen verspreiden. Regenwater, afvalwater en percolatiewater zullen in hoofdzaak naar open water of riolering worden afgevoerd. Bij lekkage van de onderafdichting kunnen stoffen in het grondwater terecht komen en zo worden verspreid naar de omgeving.
De beschrijving in de volgende paragrafen bestaat in hoofdzaak uit een schema dat opgebouwd is uit een aantal kolommen:
- het aspect;
- de te onderzoeken factoren;
- de reden waarom deze factoren bekend moeten zijn;
- de methoden van inventarisatie van deze factoren:
- de referentie aan een van de volgende documenten: Stortbesluit bodembescherming (SB) Uitvoeringsregeling Stortbesluit bodembescherming (UR) Richtlijn " Drainagesystemen en controlesystemen grondwater voor stort- en opslagplaatsen (RDS) Richtlijn "Onderafdichtingsconstructies voor stort- en opslagplaatsen" (ROC), Leidraad Bodembescherming en de NVN 5740.

Instantie Ministerie van Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer
Auteur Ministerie van VROM
Soort instantie Ministerie
Datum 1993
Publicatienr. In dit hoofdstuk "milieu-effectrapportage" van de Leidraad Storten wordt ingegaan op milieu-effectrapportage en de relatie met het storten van afvalstoffen. Na een algemene beschouwing over milieu-effectrapportage (m.e.r.) en de daarbij betrokken partijen
ISBN
Trefwoorden Afval(stof), Beleid, Inrichten, Leidraad, Storten, Stortplaats

Terug naar bibliotheek